Zagen
- Stel de parallelgeleider (27) op de gewenste zaagbreedte in.
- Leg het werkstuk op de zaagtafel vóór de veiligheidsafdekking (3).
- Laat het zaagblad door de kruk (20) zover omhoog of omlaag bewegen tot de bovenste tanden van het zaagblad (28) zich ca. 3−6 mm boven het werkstuk bevinden.
- Schakel het elektrische gereedschap in.
- Zaag het werkstuk met een gelijkmatige voorwaartse beweging door.
Wanneer u te veel druk uitoefent, kunnen de punten van het zaagblad oververhit raken en kan het werkstuk worden beschadigd. - Schakel het elektrische gereedschap uit en wacht tot het zaagblad helemaal tot stilstand is gekomen.
- Stel de gewenste verticale verstekhoek van het zaagblad in.
Bij naar links gekanteld zaagblad moet de parallelgeleider (27) zich rechts van het zaagblad bevinden. - Volg de bewerkingsstappen overeenkomstig: zie Recht zagen
- Stel de gewenste horizontale verstekhoek bij de verstekgeleider (1) in.
- Leg het werkstuk tegen de profielrail (29).
De profielrail mag zich niet in de zaaglijn bevinden. Draai in dit geval de kartelschroef (48) los en verschuif de aanslag. - Laat het zaagblad door de kruk (20) zover omhoog of omlaag bewegen tot de bovenste tanden van het zaagblad (28) zich ca. 3−6 mm boven het werkstuk bevinden.
- Schakel het elektrische gereedschap in.
- Duw het werkstuk met de ene hand tegen de profielrail (29) en schuif de verstekgeleider met de andere hand op de vastzetknop (57) langzaam in de geleidegroef (47) naar voren.
- Schakel het elektrische gereedschap uit en wacht tot het zaagblad helemaal tot stilstand is gekomen.
Voor het eenvoudig zagen van werkstukken van gelijke lengte kunt u de lengte-aanslag (31) gebruiken.
- Draai de vleugelschroef (30) los en verschuif de lengte-aanslag (31) naar de gewenste werkstuklengte.
- Draai de vleugelschroef (30) weer vast.