Meetprocedure

Na het inschakelen bevindt de spanningstester zich in de hoogspanningsmodus. De LED hoogspanningsmodus brandt wit.

  1. Voor het omschakelen van het spanningsbereik naar de laagspanningsmodus drukt u op de toets . Dan brandt de LED laagspanningsmodus wit. De spanningstester is gereed voor het detecteren van wisselspanningen in het bereik van 24 tot 1000 V AC.
In de laagspanningsmodus is de spanningstester gevoeliger voor elektrische interferenties en storingen. Gebruik de laagspanningsmodus alleen in omgevingen met zwakke elektrische velden.
  1. Houd de testpunt (1) in de buurt van het testobject of het stopcontact met wisselspanning.

Wanneer wisselspanning wordt gedetecteerd, is een geluidssignaal te horen en trilt de spanningstester. De frequentie van geluidssignaal en trilling stijgt bij een toenemende sterkte van de gedetecteerde spanning.

De testpunt (1) signaleert verschillende toestanden van de spanningstester overeenkomstig de volgende tabel.

Testpunt

Betekenis

Permanent licht groen

Gereed voor gebruik, er wordt geen spanning gedetecteerd.

Knipperlicht rood

Wisselspanning gedetecteerd.

Knipperlicht oranje

Wisselspanning kleiner dan of gelijk aan 50 V gedetecteerd.