Veiligheidsaanwijzingen

Alle aanwijzingen moeten gelezen en in acht genomen worden. Wanneer het meetgereedschap niet volgens de beschikbare aanwijzingen gebruikt wordt, kunnen de geïntegreerde veiligheidsvoorzieningen in het meetgereedschap belemmerd worden. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES ZORGVULDIG.
- Verricht geen metingen in stroomcircuits met spanningen boven 600 V.
- Wees uiterst voorzichtig bij de omgang met spanningen boven 30 V wisselspanning of 60 V gelijkspanning! Reeds bij deze spanningen kunt u bij aanraking van elektrische draden een levensgevaarlijke elektrische schok krijgen.
- Voer geen stroommeting van 10 A uit die langer dan 10 seconden duurt. Laat een pauze van 15 minuten tussen twee metingen. Een meting van stroom die langer dan 10 seconden duurt, kan het meetgereedschap of de testpunten beschadigen.
- Leg tussen de aansluitbussen of tussen een aansluitbus en aarde niet meer dan de op het meetgereedschap aangegeven netspanning aan.
- Gebruik uitsluitend meetkabels die dezelfde spanning, categorie en stroomsterkte als het meetgereedschap hebben.
- Controleer regelmatig de isolatie van de meetkabels. Een beschadigde isolatie van de meetkabels kan resulteren in een elektrische schok.
- Werk met het meetgereedschap niet in een omgeving waar ontploffingsgevaar heerst en zich brandbare vloeistoffen, brandbare gassen of brandbaar stof bevinden. In het meetgereedschap kunnen vonken ontstaan die het stof of de dampen tot ontsteking brengen.
- Controleer de werking van het meettoestel door een bekende spanning te meten. Laat het meettoestel bij twijfel onderhouden.
- Gebruik het meetgereedschap uitsluitend zoals beschreven in deze instructies. De door het meetgereedschap geboden bescherming zou belemmerd kunnen zijn.
- Gebruik het meetgereedschap of de meetkabels alleen wanneer ze onbeschadigd lijken te zijn.
- Laat het meetgereedschap alleen repareren door gekwalificeerd geschoold personeel en alleen met originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het meetgereedschap in stand blijft.
- Verander en open de accu niet. Er bestaat gevaar voor kortsluiting.
- Bij beschadiging en verkeerd gebruik van de accu kunnen er dampen vrijkomen. De accu kan branden of exploderen. Zorg voor de aanvoer van frisse lucht en zoek bij klachten een arts op. De dampen kunnen de luchtwegen irriteren.
- Bij verkeerd gebruik of een beschadigde accu kan brandbare vloeistof uit de accu lekken. Voorkom contact daarmee. Spoel bij onvoorzien contact met water af. Wanneer de vloeistof in de ogen komt, dient u bovendien een arts te raadplegen. Gelekte accuvloeistof kan tot huidirritaties of verbrandingen leiden.
- Door spitse voorwerpen, zoals bijv. spijkers of schroevendraaiers, of door krachtinwerking van buitenaf kan de accu beschadigd worden. Er kan een interne kortsluiting ontstaan en de accu doen branden, roken, exploderen of oververhitten.
- Houd de niet-gebruikte accu uit de buurt van paperclips, munten, sleutels, spijkers, schroeven of andere kleine metalen voorwerpen die overbrugging van de contacten zouden kunnen veroorzaken. Kortsluiting tussen de accucontacten kan brandwonden of brand tot gevolg hebben.
- Gebruik de accu alleen in producten van de fabrikant. Alleen zo wordt de accu tegen gevaarlijke overbelasting beschermd.
- Laad de accu's alleen op met oplaadapparaten die door de fabrikant aangeraden worden. Door een oplaadapparaat dat voor een bepaald type accu geschikt is, bestaat bij gebruik met andere accu's brandgevaar.
Bescherm de accu tegen hitte, bijvoorbeeld ook tegen voortdurend zonlicht, vuur, vuil, water en vocht. Er bestaat gevaar voor explosie en kortsluiting. |