Zagen

Bescherm het zaagblad tegen schokken en stoten. Oefen geen zijwaartse druk op het zaagblad uit.

Bewerk geen kromgetrokken werkstukken. Het werkstuk moet altijd een rechte rand hebben om ergens tegenaan te leggen.

Ondersteun lange en zware werkstukken door er iets onder te leggen.

  • Ga niet op één lijn met het zaagblad vóór het elektrische gereedschap staan, maar altijd opzij van het zaagblad. Zo is uw lichaam beschermd tegen een mogelijke terugslag.
  • Houd uw handen, vingers en armen uit de buurt van het ronddraaiende zaagblad.
  • Houd uw armen niet gekruist voor de gereedschaparm.

  • Zet het werkstuk overeenkomstig de afmetingen vast.
  • Indien nodig stelt u de gewenste horizontale verstekhoek in.
  • Schakel het elektrische gereedschap in.
  • Beweeg de gereedschaparm met de handgreep (1) langzaam omlaag.
  • Zaag het werkstuk met een gelijkmatige voorwaartse beweging door.
  • Schakel het elektrische gereedschap uit en wacht tot het zaagblad helemaal tot stilstand is gekomen.
  • Beweeg de gereedschaparm langzaam omhoog.